Nieuws uit Frankrijk
Ongrijpbaar web van geheime tuinen
Ariejan Korteweg vertrekt na zes jaar correspondentschap voor de Volkskrant uit Frankrijk, wat erg jammer is. In oktober verschijnt van zijn hand het boek Surplace, Over de ziel van Frankrijk, wat dan weer goed nieuws is. Zaterdag 27 juli verscheen zijn slotstuk, dat acht pagina's in de krant beslaat. Ik kan het iedereen van harte aanbevelen. Het is wel wat veel om hier op te nemen. Daarom heb ik me beperkt tot twee passages die me uit het hart gegrepen zijn. Regelmatige bezoekers van mijn lessen zullen de thema's zeker herkennen. Veel leesplezier!
Wat maakt Fransen zo fijn Frans? Niemand die het echt weet, inclusief de Fransen zelf. Na zes jaar correspondentschap doet Ariejan Korteweg bij wijze van slotstuk een poging tot verklaren. De meeste clichés kloppen om te beginnen in elk geval niet.
Fransen zijn lui
Toen Edison in 1889 de wereldtentoonstelling bezocht, was hij diep onder de indruk van de noviteiten, paviljoens en gebouwen die hij in Parijs aantrof. Maar hij verbaasde zich ook hogelijk. Toen een Britse journalist hem vroeg wat hij zoal van de Fransen vond, nam Edison geen blad voor de mond: ‘Wat me enorm treft, is de absolute luiheid van de mensen. Wanneer werken ze? Wat voor werk doen ze? Ik heb nog geen karrevracht met handelswaar door de straten zien rijden sinds ik in Parijs kwam. Die ingenieurs die me komen opzoeken, piekfijn gekleed, wandelstok in de hand, wanneer gaan ze aan de slag? Ik snap er niets van.’
Frankrijk behoort nog steeds tot de vijf grootste economieën van de wereld. Hoe dat mogelijk is, daarop staren economen, ondernemers en buitenstaanders zich al decennia blind. Natuurlijk wist Edison dat hij de plank mis sloeg toen hij de Fransen lui noemde. De wereldexpo met zijn paviljoens was niet na een nacht regen spontaan uit de grond gespoten, de Eiffeltoren nog minder. Edison verkeek zich op een Franse vaardigheid die ook mij lang in verwarring heeft gebracht: een geweldige bedrevenheid te doen alsof ze niets doen, alsof de tijd van hen is en ze die naar believen kunnen uitrekken en samenballen. Dat werkt een beeldvorming in de hand die niet altijd recht doen aan de werkelijkheid. Zo wordt er, anders dan het cliché wil, in Frankrijk hard gewerkt. Vergelijkende studies wijzen telkens weer uit dat de arbeidsproductiviteit nergens hoger ligt. Per uur lag die in 2011 volgens de OESO op 45,4 euro. Ter vergelijking, eeuwige rivaal Duitsland haalde een productiviteit van 42,3 euro, de VS 41,5 euro.
Zo zou je veel clichés over Frankrijk kunnen ontkrachten. De vraag is of je dat moet doen. Frankrijk is een land van raadselen. Dat was het voor Edison, dat is het voor Obama, die onlangs president Hollande nog Oelan noemde. Na een zes jaar durende onderdompeling is het dat ook nog steeds voor mij. Zelfs voor zichzelf zijn de Fransen vaak een raadsel.
‘Jammer dat er Fransen wonen.’
Nederlanders hebben een paradoxale verstandhouding met Frankrijk. We zijn er dol op; dit jaar gaan weer 1,4 miljoen landgenoten er op vakantie. Dat doen we omdat het er mooi is, misschien ook omdat het iets exotisch heeft; zodra je Lille Bent gepasseerd, speelt immers het mediterrane levensgevoel op. Tegelijk zijn het onbegrip en de ergernis groot.
Dat Nederlanders doorgaans niet naar het zuiden afreizen vanwege hun diepe liefde voor de Franse volksaard werd een tijdje geleden bondig verwoord in Volkskrant Magazine, in een rubriek waarin wekelijks een gevonden boodschappenbriefje wordt besproken. Dit briefje was in het Frans gesteld, wat aanleiding gaf tot een korte bespiegeling: ‘Frankrijk, een heerlijk land met velden vol lavendel, uitgestrekte wijngaarden, ruige bergen en lieflijke riviertjes. Prachtig. Alleen jammer dat er Fransen wonen; ze zijn chagrijnig en onverstaanbaar.’ Dat stukje viel bij mij zo verkeerd dat ik het uitscheurde en lang heb bewaard. (zie ook Woord van de Week 08/08/12 CL) Waarom? Omdat het de vooroordelen bevestigt die je over Fransen hoort. En omdat ik na zes jaar Frankrijk met de hand op het hart kan verzekeren dat ze niet kloppen. Fransen zijn door de bank genomen niet minder aardig, behulpzaam of belangstellend dan Nederlanders. Integendeel. Op het gebied van vriendschap en gastvrijheid heb ik heel wat bijgeleerd. Ze hebben eigenschappen waar wij als peuple nordique – zoals ze ons graag noemen – nog wat van kunnen leren.
Stel je eens voor dat er in Frankrijk geen Fransen maar Nederlanders woonden. Dan was de rijkdom van 37 koeierassen vast al teruggebracht tot twee soorten: een vlees- en een melkkoe, die allebei nooit in de wei zouden mogen. Dan waren de perceeltjes in de Thierache met ruilverkaveling keurig glad getrokken. Dan waren al die bouwvallige schuurtjes, kastelen, duivetorens en boerderijen gesloopt en al die waterputten gedempt. Dan hadden al die dorpen en gehuchten hun postkantoren en gemeentehuizen moeten sluiten. Dan liepen er langs de snelweg geen Routes Nationales meer – waarom zou je twee wegen hebben die dezelfde kant opgaan? En de mensen zouden elke avond vroeg thuis zijn omdat ze hun boterham tussen de middag aan het bureau opeten in plaats van uit lunchen te gaan met een glaasje rood erbij. Frankrijk was dan moderner geweest, beter toegerust op de uitdagingen van globalisering, decentralisering, digitalisering en vrijemarktkapitalisme. Het zou veranderingen omarmen en zich openstellen voor alles wat van buiten komt. Marseille zou de grootste haven van de Middellandse Zee zijn, de rivieren zouden niet zo vaak buiten hun oevers treden, de ambtenarij zou minder stroperig werken, er zouden minder douceurtjes worden uitgedeeld en iedereen zou goed met Engels uit de voeten kunnen. Maar het zou Frankrijk niet meer zijn, en er zou geen reden zijn er heen te willen.
[ Nieuws uit Frankrijk ] | [ 1 ] | [ 2 ] | [ 3 ] | [ 4 ] | [ 5 ] | [ 6 ] | [ 7 ] | [ 8 ] | [ 9 ] | [ 10 ] | [ 11 ] | [ 12 ] | [ 13 ]
Draag bij!
Heeft u een bijdrage voor het prikbord? Laat het weten via e-mail of dit formulier.
Corejanne Lemmens
Taaltrainingen Frans
Beeckendael 55
5221 PL 's-Hertogenbosch
06 124 192 00
info@corejannelemmens.nl
Taaltrainingen Frans